2 Kronieken 6:36

SVWanneer zij gezondigd zullen hebben tegen U (want geen mens is er, die niet zondigt), en Gij tegen hen vertoornd zult zijn, en hen leveren zult voor het aangezicht des vijands, dat degenen, die hen gevangen hebben, hen gevankelijk wegvoeren in een land, dat verre of nabij is;
WLCכִּ֣י יֶחֶטְאוּ־לָ֗ךְ כִּ֣י אֵ֤ין אָדָם֙ אֲשֶׁ֣ר לֹא־יֶחֱטָ֔א וְאָנַפְתָּ֣ בָ֔ם וּנְתַתָּ֖ם לִפְנֵ֣י אֹויֵ֑ב וְשָׁב֧וּם שֹׁובֵיהֶ֛ם אֶל־אֶ֥רֶץ רְחֹוקָ֖ה אֹ֥ו קְרֹובָֽה׃
Trans.kî yeḥeṭə’û-lāḵə kî ’ên ’āḏām ’ăšer lō’-yeḥĕṭā’ wə’ānafətā ḇām ûnəṯatām lifənê ’wōyēḇ wəšāḇûm šwōḇêhem ’el-’ereṣ rəḥwōqâ ’wō qərwōḇâ:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat, Krijgsgevangenen, Zonde

Aantekeningen

Wanneer zij gezondigd zullen hebben tegen U (want geen mens is er, die niet zondigt), en Gij tegen hen vertoornd zult zijn, en hen leveren zult voor het aangezicht des vijands, dat degenen, die hen gevangen hebben, hen gevankelijk wegvoeren in een land, dat verre of nabij is;


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

כִּ֣י

Wanneer

יֶחֶטְאוּ־

zij gezondigd zullen hebben

לָ֗ךְ

-

כִּ֣י

tegen want

אֵ֤ין

geen

אָדָם֙

mens

אֲשֶׁ֣ר

die

לֹא־

niet

יֶחֱטָ֔א

zondigt

וְ

-

אָנַפְתָּ֣

, en Gij tegen hen vertoornd zult zijn

בָ֔ם

-

וּ

-

נְתַתָּ֖ם

en hen leveren zult

לִ

-

פְנֵ֣י

voor het aangezicht

אוֹיֵ֑ב

des vijands

וְ

-

שָׁב֧וּם

dat degenen, die hen gevangen hebben, hen gevankelijk

שׁוֹבֵיהֶ֛ם

wegvoeren

אֶל־

in

אֶ֥רֶץ

een land

רְחוֹקָ֖ה

dat verre

א֥וֹ

of

קְרוֹבָֽה

nabij


Wanneer zij gezondigd zullen hebben tegen U (want geen mens is er, die niet zondigt), en Gij tegen hen vertoornd zult zijn, en hen leveren zult voor het aangezicht des vijands, dat degenen, die hen gevangen hebben, hen gevankelijk wegvoeren in een land, dat verre of nabij is;


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!